Terug na vier jaar cel in Marokko:
Joop Teleng zoekt de publiciteit na vier jaar gevangenschap in Marokko. Niet uit wraakgevoelens maar om aandacht te vragen voor het lot van enige tientallen landgenoten die noodgedwongen verblijven in het land van koning Hassan. Hoe Teleng in Marokko in de cel belandde is haast een ‘klassieke’ geschiedenis. Hoe hij nu zijn bajesmaten wil helpen is een heel ander en opmerkelijk verhaal.
Sperziebonen, paprika en hasj. Het is geen nieuwe variatie op het onsterfelijk lied ‘Rozen, rumbonen en rode wijn’ van Koot & Bie. Het betreft hier de inhoud van de vrachtwagencombinatie waarmee chauffeur Joop Teleng uit Lelystad ruim vierjaar geleden vanuit de binnenlanden van Marokko koers zette richting Alkmaar. Op de papieren stonden alleen de eerste twee tuinbouwproducten vermeld en naar zijn zeggen had Teleng absoluut geen weet van het illegale gedeelte van zijn lading. Immers: de truck met oplegger was met drie loodjes verzegeld en zijn Alkmaarse werkgever, ook aanwezig in Marokko, had voor de lading getekend. En die handtekening zat samen met een kopie van het paspoort van de baas bij de vrachtpapieren.
Tot zijn stomme verbazing wordt Teleng vlakbij de haven van Tanger aangehouden omdat er een tip is binnengekomen over hasj in de lading. De dienstdoende Marokkaanse functionarissen stellen hem gerust: de problemen zijn voor zijn baas, die heeft immers getekend. En Joop Teleng gelooft ze, want hij wordt in eerste instantie keurig behandeld. “Ik had al een paar keer gezien dat mensen daar gearresteerd werden. Het was haast elke dag raak daar. Die mensen werden dan in de boeien geslagen en meegenomen. En ik niet. Mij werd verzocht of ik de wagen daar neer wilde zetten en ik liep gewoon rond.” Teleng wordt weer vrijgelaten en men vraagt hem de volgende dag terug te komen. Zijn baas ruikt onraad -Teleng vermoedt dat hij getipt is door een corrupte beambte- en smeert hem naar Amsterdam. Als de Marokkaanse autoriteiten door hebben dat de Alkmaarse vogel gevlogen is wordt Joop Teleng opnieuw gearresteerd. Nu is de behandeling heel wat minder vriendelijk en begint zijn lijdensweg door het Marokkaanse (on)rechtssysteem.
“I know nothing”
Teleng is slecht te spreken over de houding van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers in Marokko. Zijn eerste ontmoeting met een vertegenwoordigster van de Nederlandse consulaat, direct na zijn arrestatie was niet echt bemoedigend vertelt de chauffeur uit Lelystad. “Dan komt er op het politiebureau iemand van de Nederlandse consulaat. Het eerste wat die zegt is: ben je mishandeld? Terwijl die politiemensen daarbij zitten. Dan ga je natuurlijk niet vertellen dat je geslagen bent want dan wordt het nog moeilijker.” Omdat de diplomate, volgens Teleng, geen advocaat wilde recommanderen nam hij een advocaat in de arm die hem was aanbevolen door de politietolk.
Na veel geharrewar wordt Teleng veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Maar er komt nog een tweede rechtszaak. Teleng beweegt naar eigen zeggen hemel en aarde om in ieder geval een goede tolk te krijgen. Keer op keer wordt het proces uitgesteld of verdaagd, dan weer ‘vergeet’ men Teleng naar de rechtbank te brengen en een week later wordt hij vanuit de gevangenis naar de rechtbank gebracht terwijl zijn zaak toen niet op de rol stond. Uiteindelijk wordt hij, zonder de hulp van een advocaat of tolk, veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf extra. Het enige dat hij voor zijn eigen verdediging heeft kunnen aanvoeren is: “I know nothing”. Het gebrek aan juridische hulp alsmede het ontbreken van tolkenhulp rekent Teleng de Nederlandse autoriteiten zwaar aan.
“dit overleef ik niet”
De eerste dagen opgesloten zijn waren voor Teleng extreem zwaar. “Je zit daar met en man of zesentwintig in een kamer. Ik had alleen m’n slaapzak bij me en moest op de grond slapen. De WC was een gat in de grond met een kraantje erboven. Daar moesten we ons ook wassen en de was doen. Soms moest je wel anderhalf uur wachten voordat je naar de WC kon. Ik dacht dat ik het niet zou overleven. Dat ik het niet zou redden. En dat zeiden anderen ook. Ik was nog maar 71,5 kilo.”
trouwen met de handschoen
Teleng denkt dat hij het vooral heeft gered door de steun van zijn vrouw. Toen hij aan de fatale rit begon was hij nog niet getrouwd met zijn huidige vrouw. Maar met veel improvisatievermogen en in dit geval de medewerking van de verschillende autoriteiten kon, zoals vroeger in de koloniën, er met ‘de handschoen’ worden getrouwd. In Lelystad was er een ceremonie in het stadhuis en een feest met een goede vriend als ‘stand-inn’ voor Joop Teleng. Op de trouwfoto is diens hoofd vervangen door dat van de wettige echtgenoot. In de Marokkaanse gevangenis had Teleng op de bewuste dag zijn beste kleren aangedaan. Maar het dragen van een stropdas werd door de bewaarders, die er niet veel van begrepen, tot Joop’s spijt niet toegestaan.
een bakkie koffie drinken en een beetje praten
Na zijn overplaatsing naar een reguliere gevangenis ging het wat beter met Teleng. Maar echt wennen doe je nooit aan zo’n strafinrichting in Marokko. “Zo’n cel is een kamer zo groot als dit zeg maar”, vertelt de ex-gedetineerde in zijn huiskamer in Lelystad. “Daar staan elf dubbelbedden in. Die kunnen er niet allemaal in. De ene staat zo en de andere staat zo en de ruimtes die er tussen zitten, meestal zo’n beetje één meter veertig bij één meter vijftig. En de vierkante meter die je over hebt daar zit je dan met soms met zes, zeven man op. Daar breng je de meeste tijd op door. Op de stenen vloer. Hij pauzeert even en haalt koffie in de keuken. Nadat hij een vers shaggie heeft gerold vervolgt Teleng zijn beschrijving van het gevangenisleven in Marokko. “In de luchttijd kun je elkaar op de kamer bezoeken. De luchtplaats is een patio, dat is zo vies en smerig dan ga je liever bij iemand anders op visite, bij wijze van spreken. Koffie drinken, een beetje praten. Vier jaar lang niks doen en geen communicatie hebben is ook niks.”
Verveling kan al gauw afstompend werken. Dingen als werk en recreatie zijn er niet. Hoewel het de laatste tijd iets soepeler werd met het toestaan van een cassetterecordertje en een radio. “Het ging allemaal zo halfslachtig. Ik geef maar een voorbeeld. Ze begonnen een schooltje om Arabisch te leren. Nou ik ben daar vier jaar geweest, maar meer dan tien woorden Arabisch spreek ik niet. Want dan nemen ze iemand die Frans spreekt om les te geven. Dan moet ik eerst Frans gaan leren want dan kan ik tenminste Arabisch leren. Daar schiet ik toch niks mee op.”
moeilijker dan je denkt
Hoewel Teleng tijdens zijn gevangenschap uiteraard dagelijks terugverlangde naar Nederland was de terugkeer niet makkelijk. “Ik hoorde wel van mensen die zeiden dat het moeilijk zou zijn. Dat ze een psychische klap kregen. Maar ik dacht: dat zal mij niet gebeuren.” Toch overkwam het hem gedeeltelijk ook. In vier jaar verandert er veel. Ernstige dingen: “een paar goede vrienden zijn overleden”. En minder ernstige dingen: “dat begint al op Schiphol. Ik was daar heel vaak geweest. Ik kende het niet meer terug”. Volgens Joop Teleng was de medewerking van de verschillende instanties minimaal. Zo stelde de sociale dienst zich niet al te soepel op, was er (daardoor) een huurschuld, werd er huursubsidie teruggevorderd, dreigde de PTT de telefoon af te sluiten en liet de reclassering niets van zich horen. Met veel kunst en vliegwerk lukt het Joop en zijn vrouw alle problemen het hoofd te bieden.
nog dagelijks in de cel
De Marokkaanse cel laat Joop Teleng niet los. In gedachten is hij nog dagelijks bij zijn vroegere lotgenoten. Desgevraagd zegt hij er niet op uit te zijn om wraak te nemen. Niet op zijn voormalige werkgever en niet op de Marokkaanse samenleving. “Het rare is dat ik er niet eens zo mee zit dat ik daar onschuldig heb gezeten. Ik zit er meer mee dat er meerdere mensen zitten die onschuldig zijn. Je krijgt daar de kans niet om je te verdedigen. Dat was ook het nadeel met de Nederlandse ambassade. Je weet daar helemaal niets. Die zegt dit, die zegt dat.” Teleng heeft zich tot doel gesteld meer aandacht te krijgen voor de Nederlandse gevangenen in Marokko. Zo was hij al kort na zijn vrijlating te zien in het programma ‘Klein leed, groot leed’ van de nieuwe commerciële tv-zender SBS 6. De uitzending was niet geheel naar zijn wens. Want volgens de formule van het programma stond hijzelf centraal terwijl het zijn bedoeling was om aandacht te vragen voor de Nederlanders in Marokkaanse gevangenschap.
Teleng draait weer een shaggie en schenkt opnieuw koffie. Dan haalt hij een lange lijst met namen van in Marokko gedetineerde Nederlanders te voorschijn. Opmerkelijk is het grote aantal boetes dat door hen nog moet worden betaald aan de ‘Regie de tabac’. “Ze noemen dat invoerrechten”, zegt Teleng geëmotioneerd, “maar je hebt helemaal niets ingevoerd. Mijn familie heeft 43.000 gulden moeten lenen om de boete te betalen. Anders had ik daar nog drie jaar moeten zitten.” Veel Nederlandse gedetineerden in Marokko zijn niet zo gelukkig om familie te hebben die zulke grote sommen geld kunnen opbrengen. Dus krijgen ze extra straf: de boete uitzitten. Dat kan soms jaren duren.
eten kopen
Extra geld is er ook nodig om extra eten te kopen. Wie daar niet aan kan komen heeft een groot probleem. Het eten dat in de gevangenis wordt verstrekt is onvoldoende en onappetijtelijk. Teleng: “Het is varkensvoer. Het is een mohammedaans land: ze hebben er geen varkens dus geven ze het maar aan de gevangenen. Ik heb heel wat gevangenen dood zien gaan”.
dialoog
Samen met anderen heeft Teleng contact gezocht met de organisatie ‘Huis van Marok- ko’, waarin Marokkanen die in Nederland wonen verenigd zijn. Op die manier hopen Teleng en de zijnen in Marokko ‘aanspreekpunten’ te verkrijgen. Want een beter contact moet er volgens hem komen: “Ik vind Marokkanen geen rotvolk. Marokkanen zijn in staat inniger vriendschap te tonen dan Nederlanders”.
busje komt zo
Een ander project dat Teleng op de rails wil zetten is een busreis voor familieleden van gedetineerden naar Marokko. Op alle mogelijke manieren probeert de Lelystadse vrachtwagenchauffeur deze onderneming onder de aandacht van de mogelijke deelnemers te brengen. Zo zal binnenkort het Eindhovens Dagblad zijn oproep plaatsen.
mentaliteitsverandering
Het belangrijkste echter wat Teleng wil bereiken is een mentaliteitsverandering bij de Nederlandse autoriteiten. Hij heeft sterk de indruk dat andere landen zich meer inspannen om het lot van hun onderdanen in Marokkaanse gevangenschap te verbeteren. Teleng: “In al die tijd dat ik daar zat heeft er één Nederlander gratie gekregen. Het gerucht deed de ronde dat dat verband hield met de afwikkeling van een drugszaak in Nederland. Engelsen en andere Europeanen kregen veel vaker gratie. Maar ja, volgens mij doen die landen meer hun best.”
Met een grimmig gezicht likt Teleng zijn zoveelste shaggie dicht: “Weet je, er kwam eens een attaché van de Nederlandse ambassade. En die zei: ‘voor mij zijn jullie allemaal criminelen’. I k zeg: ‘gelooft u niet dat er hier ook mensen onschuldig zitten ?’ Hij zegt: ‘nee, dat zou mij niet gebeuren’. Tja..” Teleng doet er verder het zwijgen toe. De emoties worden hem de baas. Als hij zich weer in de hand heeft zegt hij: “begrijp je nou waarom ik iets voor die mensen wil doen ?”