strippenkaart is bejaarden heel wat waard
Het is woensdagmorgen kwart over negen. Onder het tochtige Metro-station Zuidplein in Rotterdam staat een vriendelijke oude dame op de bus te wachten. Zij is op weg naar haar dochter en schoonzoon in Willemstad. Eens in de veertien dagen onderneemt zij deze reis. “Ik ga altijd op woensdag”, zegt zij, “want dan zijn de kleinkinderen ’s middags vrij van school.”
De gele ZWN-bus rijdt voor en de oude dame stapt in, haar boodschappentas in de linkerhand, strippenkaart en Pas 65 in de rechter. In de bus zet ze de conversatie voort. “Vroeger gingen we altijd met de auto. Dan was je er in ongeveer drie kwartier. Maar mijn man is twee jaar geleden komen te overlijden. Dus ga ik met de bus, want ik heb geen rijbewijs. Bovendien zou ik een auto niet kunnen betalen.”
De bus is inmiddels op de snelweg gekomen en snort voort richting Heinenoordtunnel. Een paar kilometer na het verlaten van de tunnel schiet de bus opeens de oprit van een tankstation op. Even voorbij de benzinepompen is een halte. Hier is het overstappen geblazen voor de passagiers richting Willemstad en Dinteloord. Bij de bushalte is een tamelijk steile trap naar de smalle weg die over de A 29 loopt. Boven aan de trap blijft de oude dame even staan uitblazen. Dan zet ze koers over het viaduct naar de halte op de volgende hoek. “De eerste keer dat ik hier kwam dacht ik echt dat ik zou verdwalen”, zegt zij in onvervalst Rotterdams. “Vooral in de herfst en de winter is het hier vreselijk naar. Regen en wind komen van alle kanten op je af.” Ongeveer vijf minuten na het uitstappen uit de bus bereikt de oude dame de volgende bushalte. “Mijn schoonzoon brengt me ’s avonds altijd met de auto terug. Ik zou hier niet graag in mijn eentje in het donker rondzwalken”, vindt de Rotterdamse mevrouw. Dan stapt ze in de inmiddels gearriveerde bus naar Willemstad. De laatste etappe is begonnen.
Onderzoek
Het verhaal van deze Rotterdamse mevrouw staat niet op zichzelf. Uit een onderzoek van Konsumenten Kontakt en ROVER, de vereniging van reizigers openbaar vervoer, blijkt dat ouderen de lijnbus positief beoordelen. Maar als men gaat doorvragen blijkt dat die positieve houding slechts op twee elementen berust. Het reizen per bus is een manier om ‘uberhaubt’ ergens te komen en het is door het gebruik van de 65+-kaart nog enigszins te betalen. De problemen voor ouderen zijn echter legio. Zo is in veel gevallen de afstand van de woning naar de bushalte te groot. Of is de bushalte moeilijk te bereiken, bijvoorbeeld omdat die aan de overkant van een drukke weg ligt. Voor sommige ouderen wordt het openbaar vervoer op deze manier letterlijk onbereikbaar. Ook het feit dat nogal wat bushaltes op eenzame plaatsen zijn gesitueerd, die zeker in het donker ouderen angst inboezemen, valt vaak te constateren.
In- en uitstappen
Als de bejaarden dan eenmaal de bushalte hebben bereikt, doemt voor een flink aantal van hen het volgende probleem op: het in- en uitstappen. Hierbij zijn drie verschillende problemen te signaleren. Ten eerste is voor een kwart van de ouderen de eerste trede bij de in- en uitstapdeuren van de meeste bussen te hoog. Ten tweede stoppen bussen vaak niet langs de stoeprand; hetgeen tot gevolg heeft dat men gedwongen is uit te stappen in water en olieplassen, hondepoep of andere ongerechtigheden. Bovendien is het hoogteverschil dat men moet overbruggen groter geworden. Het derde probleem komt meestal voor in stadsbussen: veel chauffeurs rijden al weg voordat ouderen een zitplaats hebben gevonden. In- en uitstappen loopt dan ook regelmatig verkeerd af. Volgens de Stichting Consument en Veiligheid zijn alleen al in 1984 ruim 800 ouderen in ziekenhuizen behandeld aan letsel dat ze in de bus hadden opgelopen. Bijna de helft van hen viel bij het in- of uitstappen, terwijl een kwart onderuit ging omdat de chauffeur plotseling remde of optrok.
Waslijst van klachten
Alsof deze waslijst van klachten nog niet lang genoeg is. komen er uit het onderzoek van ROVER en Konsumenten Kontakt nog meer problemen naar voren. Geconstateerd wordt dat men vaak lang moet wachten omdat bij het overstappen de bussen slecht op elkaat aansluiten. Daar komt nog bij dat dat weinig halteplaatsen zijn uitgerust met, zeker voor ouderen onmisbare, goede zitplaatsen. Ook ontbreekt het vaak aan duidelijke dienstregelingen. En als ze er al zijn, zijn ze meestal onleesbaar door de ‘graffity’.
Verbeteringen mogelijk en nodig
In het rapport van Konsumeneten Kontakt en ROVER wordt een aantal verbeteringen voorgesteld die met name voor ouderen van belang zijn. In ieder geval zullen de halteplaatsen en hun omgeving moeten worden verbeterd. Dat betekent dat ze beter en veiliger toegankelijk moeten worden, dat ze op kortere loopafstanden dienen te zijn gesitueerd en dat er meer zitmogelijkheden worden gemaakt. Bovendien zullen overal duidelijke, niet bekladde dienstregelingen aanwezig moeten zijn. Daarnaast verdient het aanbeveling dat tijdens de opleiding en begeleiding van buschauffeurs meer aandacht wordt besteed aan het verlenen van service en comfort. Van de overheid en de vervoersmaatschappijen moet worden gevraagd om experimenten te stimuleren waarbij de toegankelijkheid van bussen wordt vergroot. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de lagevloer- en knielbus. In de komende jaren zal de ‘vergrijzing’ toenemen. Hierdoor zal er een grotere vraag naar goed openbaar vervoer optreden. Daardoor zullen investeringen in de hiervoor genoemde maatregelen hun geld dubbel en dwars opbrengen. Het is duidelijk dat niet alleen de oudere buspassagiers zullen kunnen profiteren van dergelijke maatregelen, maar dat ze ten goede komen aan de verbetering van het openbaar vervoer in het algemeen.